Mark my words: na het lezen van dit artikel worden djinten, djahé en ketoembar je beste vrienden! Ehm… Say what? Beetje flauw natuurlijk, want als ik gemalen komijnzaad, gemberpoeder en gemalen koriander zeg, volg je me waarschijnlijk al iets beter. Als kind al was ik dol op bami en nasi, die mijn moeder op smaak bracht met een zakje bamikruiden. Je kent het vast wel: beetje kokend water erbij, even laten wellen en dan hup, bij de rest van de ingrediënten in de pan. Maar tegenwoordig kruid ik mijn eten het liefst zelf, dus voor die zakjes wilde ik een alternatief verzinnen. Dit basic bami goreng recept is het resultaat.
In dit recept heb ik trouwens voorgesneden groente gebruikt (scheelt toch al gauw weer een minuut of 2, haha), maar dat hoeft natuurlijk helemaal niet. Bami is een ideaal restjesgerecht, je kunt er van alles ingooien: dunne reepjes wortel, kool, prei, ui, paprika, taugé, boontjes, net wat je nog in je koelkast hebt liggen. En die hamblokjes zijn ook al geen must. Die kun je vervangen voor kip of omeletreepjes.
- 9 nestjes mie
- 450 g bamigroenten voorgesneden
- 2 tl sambal
- 8 el ketjap manis
- 2 teentjes knoflook
- 0,5 el djinten
- 0,5 el djahé
- 0,5 el ketoembar
- 200 g hamblokjes
- zonnebloemolie om in te bakken
- Kook de mie volgens de aanwijzingen op de verpakking.
- Snipper de knoflook en verhit een scheutje zonnebloemolie in een wok. Doe de knoflook, sambal en hamblokjes in de wok en bak een paar minuutjes aan.
- Gooi de wokgroenten en ketjap manis erbij en bak circa 3-5 minuten mee op hoog vuur.
- Giet de bami af, laat even uitlekken en doe dan bij de rest van de ingrediënten in de wok.
- Bestrooi de mie met djahé, djinten en ketoembar en hussel alle alles goed door elkaar.
- Serveer in kommetjes, met een schep pindasaus en een beetje seroendeng.
Geef een reactie