O man, mijn weekje vakantie in de Franse Bourgogne was hemels. Alhoewel: echt rustig op mijn gat zitten en een boek lezen lukte maar ten delen. Ik werd nogal, ehm, hysterisch enthousiast van het geweldige aanbod bij de Franse grootgrutter, bakker, slager, visboer. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de heuse boomgaard waardoor ons vakantiehuis werd omringd. WHAAA! Met al die appels, peren en perziken móést natuurlijk iets gebeuren, dus dook ik de keuken maar weer in. Onder andere om dit lekkere Franse appeltaartje te bakken. De truc is om ‘m bij wijze van finishing touch te besmeren met een laagje abrikozenjam. Die groeiden dan weer niet in de tuin, dus ik moest het noodgedwongen (wat een drama hè?) rooien met een potje uit de winkel.
- 200 g bloem
- 125 g roomboter + wat extra om je bakblik in te vetten
- 150 g suiker
- 1 zakje vanillesuiker
- 500 g appels friszure
- 1 ei
- 3 el abrikozenjam
- snuf zout
- Meng bloem, helft van de suiker, zout, ei, en zachte boter door elkaar en kneed tot een mooie bol deeg. Deeg te vochtig? Gewoon wat extra bloem erbij.
- Leg het deeg afgedekt een uur in de koelkast te rusten.
- Haal uit de koelkast. Verdeel de helft van het deeg over de bodem gebruik de rest voor de randen. Verwarm de oven voor op 220 °C.
- Was de appels, verwijder de klokhuizen en snij in dunne partjes. Let op: niet schillen dus!
- Rangschik de appelpartjes netjes naast elkaar. Liefst natuurlijk in perfecte cirkels, maar eerlijk is eerlijk: daar heb ik zelf het geduld ook niet voor.
- Bestrooi de taart met de rest van de suiker en bak in circa 40 minuten gaar.
- Verwarm de jam kort in de magnetron zodat 'ie wat vloeibaarder wordt en besmeer de appeltaart met een dun laagje.
- Lekker met een dot verse slagroom on the side. Maarrr... Dat had je zelf ook wel bedacht 😉
Geef een reactie